Thuiswerken is helemaal hot! Er komen steeds meer ZZP’ers, die vaak vanuit huis werken, maar er zijn ook steeds meer werkgevers die hun werknemers stimuleren om bijvoorbeeld één keer per week thuis te werken. Het is goed voor het milieu, je vermijd files en het kan bijvoorbeeld ook je creativiteit en productiviteit stimuleren. Natuurlijk is thuiswerken niet voor alle beroepen mogelijk, maar er zijn veel beroepen waar dit heel goed kan. Een schrijver is daar een heel mooi voorbeeld van. Matt Gibson Architecture + Design heeft onderstaand thuiskantoor voor een schrijver uit Melbourne ontworpen. Een heerlijke thuiswerkplek toch?!
Tuinhuis
Het is niet zomaar een thuiskantoor, het is eigenlijk een tuinhuisje, die gebouwd is aan het einde van de tuin. Als je een grote tuin hebt, zou dit een geweldig idee zijn. Vooral als je binnen in huis eigenlijk geen plek hebt. In plaats van dat je achter de eettafel werkt of aan een bureau in een hoekje in de woonkamer of slaapkamer, laat je gewoon een volwaardig kantoortje bouwen in de tuin. Je zult niet alleen véél productiever zijn, omdat je niet telkens wordt afgeleid door alle dingen in huis, maar het is ook gewoon super tof om zo’n kantoor/tuinhuis in de tuin te hebben. Vooral als het zo’n tuinhuis is zoals deze.
Raam en dakraam in tuinhuis
Het is een tuinhuis in een tuin, dus het is niet super groot, maar groot genoeg in ieder geval om er een leuk kantoor van te maken. Aan de buitenkant valt het niet op. Dit komt omdat het helemaal begroeid is met planten. Er zit wel een groot raam in verwerkt, wat heel belangrijk is voor een werkplek. Je moet natuurlijk wel genoeg daglicht hebben. Er is zelfs een klein dakraampje in het dak verwerkt.
Underlayment interieur
De binnenkant is volledig bekleed met underlayment planken. De vloer, de wanden én het plafond. Zelfs de meubels zoals de op maat gemaakte wandbureau’s en de open wandkasten zijn van underlayment gemaakt. Hierdoor heeft de werkplek een stoere en minimalistische uitstraling gekregen. Super nice!
Bron: Mattgibson.com.au | Fotografie: Shannon McGrath
No Comments